Psychosociale ondersteuning m.b.v. dramatherapie bij stichting Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt
Dramatherapie voor ongedocumenteerde vrouwen
Bij de Stichting ROS – Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt- heb ik de afgelopen twee jaar een aantal vrouwen zonder papieren middels dramatherapie ondersteund t.b.v. hun ‘toekomstoriëntatie’. Hun situatie kent weinig perspectief; de meesten hebben geen vluchtverhaal waarvoor de IND (Immigratie en Naturalisatie Dienst) asiel verleent, of zij komen uit de zgn. ‘veilige’ landen, zoals Marokko, Tunesië of Algerije. Toch is hun situatie niet minder ernstig dan vluchtelingen die wel een status krijgen. Door andere
veiligheidsproblematiek in hun land, denk aan uitbuiting en misbruik, familiekwesties, angst voor eerwraak, voodoo-profeties of het zijn zonder enige familie of middelen van bestaan in het land van herkomst, willen zij niet terug. De stap is te groot, het terrein te onbekend, de angst reëel voor wat kan gebeuren. Voor een andere groep geldt dat zij geen reisdocumenten kunnen krijgen. Het land erkent hen niet of vraagt documenten die niet geleverd kunnen worden. Zij zijn ‘illegaal’ door een administratief probleem. Bij een kleine groep is het vluchtverhaal ernstig, maar krijgt geen asiel door de (subjectieve) interpretatie van de IND, c.q. het politieke beleid dat hiervoor is opgesteld. Een voorbeeld zijn mensen uit Afghanistan, die in andere landen vaker asiel krijgen dan in Nederland. In Nederland wacht ongedocumenteerden ongeveer zes maanden Bed Bad en Brood opvang en daarna moeten zij gedwongen terug of ze verdwijnen in de illegaliteit. De meeste ongedocumenteerden zijn hier tussen de 5 tot 10 jaar en velen langer. Gelukkig zijn er organisaties als het ROS die hen beschermen en ondersteunen in deze moeilijke leefsituatie.
In de cursus Toekomstoriëntatie werkt de ROS via goede voorlichting en coaching naar een plan van aanpak waarin eigen regie en een nieuw perspectief worden gestimuleerd. Als extra ondersteuning werkte ik parallel aan deze cursus met 5 vrouwen via dramatherapie om in een veilige setting te kijken naar hun krachtbronnen en wat wèl mogelijk is.
In individuele sessie’s werkten we aan lichaamsbewustzijn en contact, het opdoen van energie en concentratie en het (systemisch) in overzicht krijgen wat er nu eigenlijk speelt. Vervolgens onderzochten we de belemmering, angst of weerstand die hen op dit moment bezig hield. Via spel, beweging en (ver)beeldende oefeningen probeerden we deze van zijn lading te ontdoen en te veranderen naar een voedend inzicht, in denken, voelen en handelen, om wel perspectief te ervaren. Telkens werd hierin de eigen krachtbron ingezet; het geloof, kracht door liefde, vrienden, natuur, het goede en de eigen veerkracht.
D.m.v. veel lichaamswerk omzeilden we het denken, dat geremd wordt door traumatische ervaringen en stressvolle energie. Het ‘lichaamsweten’ hielp ons in contact te zijn met intuïtie, innerlijk weten en een weerbaar zelf. Het leidde vaak tot nieuwe inzichten en zelfvertrouwen.
Thema’s die opkwamen waren;
- het verlies van autonomie – “anderen, zoals de IND, maar ook de hulpverleners, zeggen mij wat te doen, ik heb geen kans meer om zelf te beslissen. Ik weet wat ik wil, maar ik kan het niet realiseren. Daarom zeg ik maar niets meer.”
- verlies van vertrouwen in anderen – “ik begrijp dat Nederland mij geen asiel verleent, maar jullie begrijpen niet in wat voor land ik leef. Mijn land is vol van onrecht, ik zal daar op straat komen te leven, ook al zeggen jullie dat ‘t niet zo is.Wat kan ik dan? Hier op straat is veiliger dan daar. Er is niemand die ik kan vertrouwen, want mijn verhaal wordt nooit begrepen”
- fysieke en mentale problemen – “ik slaap niet zonder medicatie, ik heb nooit energie, ik ben altijd moe, mijn hoofd is vol chaos, ik kan niet nadenken“. Bijna iedereen kampt met slaapproblemen en verlies van energie, de mentale belasting is enorm. Hierdoor kunnen zij nauwelijks over de berg aan problematiek heen kijken. Er is geen vrij denken om nieuwe mogelijkheden te zien of te creëren.
- cultuurverschillen en uitsluiting – “wij hebben altijd nog God, maar in dit land is weinig geloof. Ik begrijp dat moeilijk, voor ons is God zoiets als ademhalen. In ons land denken we in ‘wij’, hoe arm we ook zijn, hier gaat het allemaal om ‘ik”. Er is weinig onderling contact en vertrouwen. Het is moeilijk te begrijpen hoeveel we alleen moeten uitzoeken of oplossen, wat niemand alleen kan. We staan buiten de samenleving, mogen niets, dat doet pijn.”
- verschil blank en gekleurd / koloniaal verleden – “Wij hebben als zwarte mensen een ander verhaal, een andere positie, dan jullie. We zijn vaak, erg vaak in de rol van de hulpbehoevende en de hulpverlener is altijd blank. Alles is gekoloniseerd, in Afrika, maar ook hier, vroeger en ook nu nog. Het is anders natuurlijk dan toen, maar de verhoudingen zijn ‘t zelfde.”
- groepsdruk, groepslethargie – “het is moeilijk je eigen pad vast te houden in een opvang. We hebben allemaal dezelfde problemen en dat trekt mij naar ‘t negatieve. Ik wil graag positief blijven en veel lachen, maar als er dan iemand met zoveel verdriet binnenkomt, trekt me dat naar mijn eigen verdriet, dat is lastig.”
Het resultaat van de sessie’s dramatherapie was hoopvol, naast een aantal belangrijke obstakels. Na elke sessie gingen de deelneemsters met nieuwe energie, een vertrouwens vol contact, gevoed zelfvertrouwen en vaak een nieuw inzicht of actieplan, weg. Even zo goed kwamen zij de week erna terug met opnieuw verlies aan energie en vertrouwen. Het bleek ‘taai werk’: doordat hun situatie permanent onveilig blijft (de angst uit de opvang te worden gezet en/of opgepakt) vermindert overlevingsstress nauwelijks. De vicieuze cirkel van angst/zorgen – verlies aan kracht – verlies aan mogelijkheden om te veranderen – is stevig en diep ingesleten.
Duidelijk werd dat lichaamswerk en een veilige setting waarin de ‘tegenpartij’ onafhankelijk is en niets vindt of kan beslissen over hun situatie/verhaal – heel belangrijk was. Er ontstonden momenten van creativiteit en verbinding, humor en plezier ook. De deelneemsters kwamen terug bij zichzelf. Ik vond het verbazingwekkend hoe snel dit gebeurde en hoeveel levenskracht deze vrouwen dus in zich dragen. Het was ontmoedigend en ronduit verdrietig om te zien hoe zij elke dag, bij het slapen en opstaan, opnieuw de zorgen moeten aangaan.
Uit de sessie’s is een verslag en suggestie’s voor verandering van beleid aan de betrokken instanties en de Gemeente Rotterdam gestuurd. De Gemeente Rotterdam heeft aangegeven een deel daarvan op te pakken. Er is aanbevolen:
- meer medewerkers in te zetten voor een 1 op 1 begeleiding van elke ongedocumenteerde, waarin getraind wordt op intercultureel werken en regelmatige intervisie,
- langere begeleiding en opvang zodat cliënten de tijd hebben om deze erg moeilijke leefsituatie te kunnen erkennen om te kunnen veranderen,
- betere, transparante en goed onderzochte samenwerking met NGO’s in de herkomstlanden op te bouwen,
- onderscheid tussen de medewerkers van de opvang (die heeft een ‘belang’ in de ogen van de ongedocumenteerde) en de medewerker die de toekomstoriëntatie begeleidt (neutraal).
- het bevorderen van sport, lichaamsbeweging, en zelfzorg door bijvoorbeeld mindfulness training/yoga.
Voor de sessie’s dramatherapie maakte ik gebruik van algemeen lichaamswerk, systemische beeldopstellingen, tekenen, het werken met rekwisieten en de methodiek van Medica Mondiale te Keulen, “werken met gevolgen van trauma door oorlog en sexueel geweld.