juli 13, 2010

Memorial Potocari

Door Giselle Vegter

Alle keren dat we hier tot nu toe waren zagen we weinig van etnische spanningen. Hoorden er alleen over. Dat het meeviel, dat er soms een incidentje was in een kroeg, maar dat er gewoon samengeleefd werd, weliswaar op afstand, met hier en daar een vriendschap. Maar de herdenkingen in Potocari en in Bratunac (de laatste voor de Servische slachtoffers) maken duidelijk met welke absurde geschiedenis mensen hier leven.

We schuifelen tussen tienduizenden mensen in de hitte over de begraafplaats van het Memorial Centre in Potocari. Families wachten op de doden die zo gaan komen. De massa mensen maakt het meeste indruk. Met het getal 8.000 slachtoffers kun je je niet veel voorstellen. Maar met deze aanblik wel. Een vallei zo groot als enkele voetbalvelden vol wachtende mensen. Politie colonnes met allerlei politici die gaan spreken. Tot in de verte een zee van witte paaltjes, de grafstenen, dicht op elkaar.  De ononphoudelijke stroom zuchtende bussen die in één kruipende file een dag lang toestromen. De lange rij groene kisten die eindelijk binnen worden gedragen. Het duurt een klein uur voor ze allemaal op hun plek zijn. Een mannenstem en een vrouwenstem die urenlang alle namen oplezen, hoorbaar vermoeid rakend. De dikke laag stof die opstijgt als de 775 families beginnen met hun scheppen de graven te delven. Het is één groot beeld die fysiek doet denken aan het inferno dat hier plaats had. Voor een groot deel dezelfde mensen (de moeders en dochters), dezelfde bussen, dezelfde plek. Je stelt je de angst voor die door deze massa dagenlang heenging, en dan kan je je misschien een glimp voorstellen van de idiotie die hier plaats had. Daar valt geen woord of gedachte over te vormen.

De herdenking wordt politiek gemaakt. De hoogste imam van Bosnië houdt een toespraak. Hij noemt het een schande dat ‘Bosniërs gearresteerd worden op de Europese vliegvelden’ Dat ‘men’ van Bosniërs een ghetto wil maken. ‘is dit de straf voor de moslims na alles wat er gebeurd is?’. We checken bij elkaar af of we zijn woorden goed begrepen hebben. We hebben allebei hetzelfde gehoord. Hij doelt op het feit dat Bosniërs een visa nodig hebben om te reizen. Dit slaat nergens op wat hij zegt. Ja, het is vreselijk zuur dat Bosnië nog niet klaar is voor EU toetreding en Servië wel, maar dat een straf voor moslims noemen is bizar. Er klinkt een flink applaus.

In de tocht terug een Nederlands-Bosnische jongen met Twents accent die me aanspreekt. Hij heeft zijn oom geholpen iemand te begraven want hij had niemand meer. Zelf is hij 20 familieleden verloren. “Ben je nog veel met de oorlog bezig?”, vraag ik. Nee, niet veel. Hij heeft een lieve vrouw, twee kinderen en zijn eigen leven. “Ik moet alleen nog de botten van mijn vader terugvinden, we weten al 18 jaar niet waar hij is.” “Al weet ik dat er mensen hier zijn die de plek zo kunnen aanwijzen.” Hij weet boven haat te staan, zijn levenslust wint het.

 

Categorieën: Uncategorized

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>