Archief van: mei 2011
mei 31, 2011
Ratko Mladić gearresteerd
28 mei 2011
FINLAND is in première gegaan.
Een week later is Ratko Mladić gearresteerd.
Het hing in de lucht, maar dat het zo zou samenvallen werkt bevreemdend.
Ik ben blij dat het onrecht van zijn vrijheid is gestopt.
Ontgoocheld dat het bijna 16 jaar moest duren.
Ik voel stilte over alle mensen die stierven en over de mensen die daarmee moeten leven.
Hoop op beweging en verandering.
Spanning of dat kan, misschien juist niet.
Ben verward en –opnieuw- verbijsterd over de grote krachten die onze wereld bewegen.
Ik voel dat ik begin te aanvaarden dat het zo werkt.
En een enorm verzet hiertegen.
In Bosnië-Herzegovina heb ik vaak aan Mladić gedacht. Er gingen geruchten dat hij dicht bij Bratunac zou verblijven. Met de bus kwamen we langs Han Pijesak, waar hij een tijdlang leefde. Hij hoedde er schapen. De hond die hem hielp had hij Clinton genoemd. Ik stel me voor hoe zijn stem de hond riep, schallend over dit bijzonder mooie dorpje op de hoogvlakte Romanjia. Hij schijnt één van zijn geiten Madeleine Albright te hebben genoemd.
Nu, met de toetreding tot de EU in het vooruitzicht, wordt hij opgepakt in een dorpje 150 kilometer ten noorden van Belgrado met 2000 inwoners. Totaal ergens anders. Elke maand ging zijn vrouw medicijnen voor zijn hartkwaal in Bosnië halen. ‘Ze’ wisten precies waar Mladić was. Werd me vaak verteld.
En ‘ze’ zijn wij?
-Ze zijn ze
En wie zijn ‘ze’?
-Dat moet je haar vragen
Zij weet het allemaal toch zo goed?
‘Ze’ zijn misschien wel Walloniërs
(FINLAND- Gerardjan Rijnders ©)
Wie zijn ‘ze’? Een kring van mensen die in een mythe geloven en hiervoor hun held beschermen? Die daarvoor voorbij gaan aan het leed van tienduizenden kinderen, moeders, geliefden, ooms en tantes, grootouders. Een kring van ‘ze’ onder dorpsbewoners, geheime dienst en regering? Misschien. ‘Ja’, is me vaak gezegd.
Als ik de kranten lees twijfel ik opnieuw. Misschien konden ze hem echt niet vinden. Toetreding tot de EU duurt nog minstens tien jaar, voordat ze aan alle regels hebben voldaan. Is het belangrijk, als het al daarom zou zijn dat ze hem gearresteerd hebben? Belangrijk is dat er recht kan worden gesproken en dat een jonge generatie Serviërs de kans krijgt vooruit te komen. De rest is een leugen, onmacht, toeval – dat waar we geen invloed op hebben. Maar wel telkens mee bezig moeten blijven. Twijfelen, kiezen, positie nemen, positie veranderen. Zoeken naar de meest waarachtige, humane houding.
Ik denk aan de vrouwen die ik heb gezien, sommigen gesproken, wier verhalen ik gelezen heb. Voelen zij nu blijdschap? Ik weet het niet. Ik denk dat opluchting het dichtst in de buurt komt. Misschien een gevoel van rechtvaardiging, waardoor hun leven meer ruimte krijgt. Een andere fase in rouw en (samen) leven. Zullen de gesprekken in de supermarkt in Bratunac openlijk over Mladić kunnen gaan? Hoe wordt er nu onderhandeld op de markt? Hoe is de orthodoxe kerkdienst nu? Hebben ‘ze’ het erover? Hoe is het in de cafés? Wat wordt er gezegd. Ik vermoed weinig. Verhuld zwijgen. Kans op escalaties. Binnenshuis discussies, verdriet, woede.
Iemand heeft het over een verjaardag
Ik denk alleen maar
Mijn voeten, mijn voeten
Aan mij zullen ze niets merken
Heb ik me aangeleerd
Me eigen gemaakt
Ik transpireer niet meer
Ik huil niet meer
Mijn handen huilen
Denk ik
Proberen ze me te vertellen
Denk ik
Handen die proberen te vertellen
Dat ze huilen?
(FINLAND- Gerardjan Rijnders ©)
Ik besef me hoe iedereen die ik ontmoette en nog ontmoet zijn eigen verhaal heeft bij alles wat er in Bratunac, Srebrenica en in heel Bosnië-Herzegovina gebeurde. Hoe razendsnel we in het praten en schrijven hierover de mensen zelf verwarren met algemene standpunten, opvattingen en de ‘rollen’ die we ze toeschrijven.
Ik denk aan alle Serviërs, velen, die leefden en leven met het stigma te behoren tot een volk van daders. Die wantrouwen en ongemakkelijkheid tegen zijn gekomen bij mensen die hen voor het eerst ontmoetten. Die niks, maar dan ook niks te maken hebben met de man Mladić, met de daden die gepleegd zijn en zich daarvoor hebben moeten verdedigen.
Ik denk aan Žučo, 12 jaar, die verlegen en vol overgave meedeed aan onze theaterworkshop. En het antwoord toen we voorstelden hem mee te laten doen aan reguliere workshops van Musicians without Borders voor jongeren in Srebrenica, tien kilometer verderop. Een jaar lang de kans op theaterles, nieuwe dingen meemaken. Daar kon hij niet heen. Zijn oom is er omgekomen, zijn moeder laat hem er nooit komen.
Ik denk aan Indira, een jonge vrouw van 22, die op zevenjarige leeftijd ruim drie jaar in de enclave overleefde. Haar vader is één van de slachtoffers van Mladić. Er hangt een foto van een goedlachse man in hun kleine warme huiskamer. Waar twee broers en een zus zich op de middag dat ik er koffie drink, verdringen om een computerspel. Deze altijd onscherpe jaren tachtig familiefoto’s, hangen in bijna elk huis waar ik kom. Vaders, zonen en gezinnen die niet meer bestaan. In de huiskamer zijn de overgebleven kinderen, nu zelfstandige en bewuste jongeren, bezig hun moeders en eventueel nieuwe vaders te helpen. Ze werken hard voor een eigen toekomst, zetten hun vragen en verdriet aan de kant. Proberen gelukkig te zijn met wie en wat er wel is.
Indira geeft me haar dagboek mee. Ze schrijft, studeert politicologie in Sarajevo op de momenten dat ze geld heeft daar te zijn, ze wil journaliste worden. Haar zus van twaalf, een blond, nimf- achtig meisje, schrijft gedichten. Ze staat tijdens mijn bezoek uit het raam te kijken. Hoe zwerfhonden worden afgeschoten op deze zaterdagmiddag. Het schrijven is hun manier om met de waarheid van hun verleden een brug te maken naar hun toekomst. Het schrijven is heilig voor ze. In mijn computer neem ik honderd pagina’s dagboek mee. Het grootste deel wacht nog op vertaling. Wie helpt?
Ik denk aan Ratko Mladić zelf. Milorad Komadic, zijn schuilnaam. (Moj Ratko Mladić). Slaapt hij ‘s nachts? Waar droomt hij van? Zal er iets van zijn daden doorsijpelen in zijn geweten? Kan zo iemand dat besef, die herinneringen toelaten?
Zelfs toen ik die hoofdpijn…
Die cluster hoofdpijn
Zelfs toen hoorde ik die stemmen nog
-En wat zeggen ze dan?
Je verstaat ze niet
-Wat denk je dat ze zeggen?
‘Waarom ben jij niet dood?’
-Ik?
Ik
Ja?
-Waarom ben je nog niet dood?
Ik ben te laf
-Jij, de held van…?
Ik ben te laf
(FINLAND- Gerardjan Rijnders ©)
Welke stemmen hebben tegen hem gesproken, al die jaren alleen in een huis of bunker?
Ik denk aan zijn dochter Ana die op 23 jarige leeftijd zelfmoord pleegde toen ze erachter kwam –op studiereis in Rusland- welke daden haar vader op zijn geweten had. Kon zij dit van tevoren echt niet weten? Waarschijnlijk niet.
Ze moet het vermoed hebben. Zoals ook andere Serviërs die ik sprak, het vermoedden, maar niet wisten. Niks drong in de oorlog tot hen door, alles was gecensureerd.
Wat doet het met de jonge Serviërs, te ontdekken wat er in hun naam gebeurde, zonder dat zij het wisten?
Jarenlang hebben wij gedacht, gedaan
Wat wij dachten
Dat gedaan moest
Zoals zij keken
Wij dachten jarenlang
Zonder aanvankelijk
Iets te doen misschien
Maar uiteindelijk leidde dat denken
Tot het gedaan hebben
Van van alles
Waartoe dat denken
Kennelijk
Had geleid
Zonder dat wij dat wisten
Misschien
(FINLAND- Gerardjan Rijnders ©)
Slavenka Drakulić stelt zich de laatste avond van Ana en haar vader voor, in haar boek “Ze zouden nog geen vlieg kwaad doen”.
Het gezin speelt duikbootje. Een familie-spelletje dat je eigenlijk niet meer speelt met kinderen van 23. Het is een oorlogspelletje. Drakulić stelt zich de autoriteit voor die Mladić niet alleen over zijn leger, maar ook over zijn gezin heeft. De onmogelijkheid voor de dochter om de vader te confronteren met wat ze over hem weet. De volgende ochtend heeft ze zich door het hoofd geschoten met één van zijn favoriete pistolen. Heeft hij begrepen wat ze met haar dood aan hem heeft willen zeggen? Heeft ze tot hem door kunnen dringen?
Mladić weigerde haar dood als zelfmoord te zien, hij hield vol dat ze vermoord was. Hij was diep geraakt door haar dood, met Ana had hij een sterke band. De massamoord van Srebrenica moest nog komen, een jaar later. Heeft zijn persoonlijke drama en dat wat het betekende hem gedreven tot zo’n extreme misdaad?
Wat was er gebeurd als zij was blijven leven. Wat als de dochter haar vader had kunnen bereiken en bewegen tot op zijn minst een andere oorlogsvoering? Een fantasie die mij niet loslaat. Een onmogelijkheid ook, wellicht. Maar toch.
Er is een onlosmakelijke verbinding tussen ons persoonlijk leven en dat wat we in de wereld doen. Een connectie die we kunnen breken en tot kloof kunnen maken. Een connectie die we opnieuw kunnen zien, maken en voor ons laten werken.
Ik denk aan de vrouwen in FINLAND die 80 doeken op hun plek liggen. Ze zingen Bosnische gedichten over rouw en hoop. Elke doek is anders. Elke doek krijgt een nummer dat staat voor één van de namen die we inmiddels kennen. Namen die tijdens de voorstelling langskomen, in een lange litanie die ik filmde op de herdenking in Potocari vorig jaar. 770 mensen werden er op die hete dag herbegraven. Een man en een vrouw wisselde in toerbuurt om de lange lijst namen en hun geboortedatum te noemen.
Ik denk aan de duizenden mannen, kinderen en vrouwen die in een rij kwamen te staan. Een rij van wachtenden voor wat komen ging. Een bus die hun leven redde, maar hen scheidde van geliefden. Een bus die hen naar het einde reed. Een onbevattelijk laatste moment waarin onmacht de hoofdrol speelde.
Een rij mannen die door bossen liepen, bloot gesteld aan het gruwelijkste gevaar, de diepste angsten en geluiden die een mens zich kan voorstellen. Die elkaar er doorheen hielpen, hun doden meedroegen of begroeven en die na weken en soms maanden aankwamen in de veilige zone Tuzla.
Ik vraag me af
Wat ze dachten
Wat ze wisten
Hopelijk niet wisten
Ik stel me voor
Wie ze waren
Waar ze vandaan kwamen
Of ze familie
of een geliefde hadden
Ik stel me de stilte voor
het kermen, het huilen
Soms een schreeuw
Als een ijsschots in een rivier
Of ik misschien een zacht kermen hoorde
Het geluid van bang kruipend bloed
(FINLAND- Gerardjan Rijnders ©)
Ik draag onze voorstelling op aan hen.
Ik nodig iedereen uit naar FINLAND te komen kijken en mee te zoeken naar het verhaal dat we over onszelf proberen te vertellen. Ik hoop dat arrestatie van Ratko Mladić een hulp kan zijn in de toekomst van Bosnië-Herzegovina.
-Giselle Vegter- 28 mei 2011-.
mei 4, 2011
The Bridge
On the search for the very known novel “Bridge over the Drina” of Ivo Andrić I find out it is not being printed in Dutch. It is not easy to find. In a travellers’ guide of Yugoslavia, given to me…
Lees verder
mei 2, 2011
Language I
I don’t speak Bosnian yet. Ilil does, not completely, but she manages very well. We work in English or with translators. I have the new experience that my lack of not speaking the language makes it impossible to really connect…
Lees verder